oefening 2

korte informatie:
Het schoolfeest komt eraan!!
De leerlingen van het 5de leerjaar mogen zichzelf in groepjes verdelen.
De bedoeling is dat ze met hun groepje een dansje voorbereiden, maar dat is niet alles.
Elk groepje krijgt een Ipad mee en het thema is Halloween.
 
opdracht:
- Verdeel je in groepjes van maximum 5 leden.
- Bespreek wie de Ipad zal verzorgen (terug in de bak leggen, altijd meenemen, komen nemen uit de bak,...)
- Kijk al eens op de Ipad wat je allemaal kan doen met Halloween.
LET OP: We vragen eerst aan de leerkracht of we iets mogen downloaden. Virussen kunnen zich overal verstoppen!
- Maak een woordspin met de ideeën die je op het internet hebt gevonden.
   Dit doe je op de bijgevoegde website: bubbl.us/
- Oefenen maar !
- Tijdens het oefenen film je korte stukjes van jullie samenwerking en dansje.
- Jullie kunnen je filmpje van je dansje daarna doorsturen naar de leerkracht.
- De leerkracht plaatst deze op de klaswebsite. Hier mogen jullie reacties op schrijven.
LET OP: Wij reageren altijd beleefd en met respect op andere filmpjes.
- Op 28 mei is het showtime ! Jullie kunnen jullie dansjes op het schoolfeest tonen.
 
toelichting:
 
eindtermen ICT:
Bij deze opdracht kun je basiscompetenties 2, 3, 6, 7 en 8 plaatsen.
Basiscompetentie 2: We weten allemaal dat we voorzichtig en op een verantwoorde manier moeten omgaan met de Ipad. 
Daarom is er een verantwoordelijke aangesteld. Ook vooraleer ze iets mogen downloaden wordt de leerkracht geroepen zo worden ze ook gewaarschuwd voor virussen.
Basiscompetentie 3: De leerlingen mogen zelfstandig hun dansje oefenen. Maar doordat er wordt gefilmd met de Ipad is er toch nog steun van de leerkracht.
Basiscompetentie 6: Een deel van de opdracht gaat erover dat ze zelfstandig ideeën gaan opzoeken op het internet.
Basiscompetentie 7: Ze gebruiken de klaswebsite om hun filmpje/ dansje al aan de klas te laten zien.
Basiscompetentie 8: Ze worden gewezen om op een respectvolle en doelmatige manier tips te geven aan de andere groepjes.
 
eindtermen beweging:
3.1.4. Kinderen worden zich bewust van hun identiteit en hun inlevingsvermogen.
        dit houdt in dat ze:
            4.2. De kinderen kunnen een bewegingsverhaal uitbeelden.
                - karaktertypen: heks, reus,...
            4.3. De kinderen kunnen een bewegingsverhaal opbouwen over iets wat gehoord, gelezen, gezien, gevoeld of meegemaakt wordt.